(1)
Esmée heeft een zwarte kat.
Haar zwarte kat heet Teddy.
Als Esmée Teddy aait, begint Teddy haast altijd te snorren.
Vaak krijgt hij stukjes worst.
Daar wordt hij heel blij van,
Maar het allerliefst eet Teddy kip.
Mmm,
Soms eet hij zelfs de botjes op, maar
dat mag eigenlijk niet.
Overdag slaapt Teddy binnen.
Maar, ’s nachts gaat hij naar buiten.
Iedere ochtend doet Esmée ’s ochtends de deur open.
Teddy komt dan vlug naar binnen.
Dan krijgt hij brokjes of blikvoer.
Naomi, het zusje van Esmée, heeft ook een kat.
Haar kat is wit met zwart.
De kat van Naomi heet Rinus.
De kat van Marit, de zus van Esmée heeft Luukie.
Ook Luukie en Rinus zijn er iedere morgen.
Mama heeft ook een kat.
De kat van mama heet Bubbel.
En papa, papa ’s poes heet Spook.
Met zoveel katten is het altijd gezellig.
En je beleeft zoveel !
De ene keer klimt er eentje heel hoog in de boom.
En de andere keer stoeien er twee samen heel dom,
Maar soms gebeuren er dingen die niet zo leuk zijn.
Pas geleden heeft Rinus een vogel gevangen,
Bah, wat vies !
Mama begon heel hard te gillen…
En papa moest de vogel opruimen.
En Rinus ?
Rinus ging lekker liggen slapen..
Buiten, in het warme zonnetje
Wat een superleuk verhaal!!! Echt waar!
BeantwoordenVerwijderen