woensdag 1 juni 2011

char - lot - te heeft een pa - ra - plu
een rode pa - ra - plu
je kunt 'm uit klap - pen
en weer dicht schui - ven
je kunt 'm rond draaien
en in de lucht gooien,
maar het al - ler - fijnste is dat je haar droog blijft als het regent.
het is een dag waar - op alle moeder een pa - ra - plu boven hun hoofd houden en haast alle kin - der - en een re - gen jas of re - gen cape dragen.
Char - lot - te heeft haar pa - ra - plu ook al gepakt.
Ze heeft 'm open ge - klapt
en weer dicht gedaan.
Nu staat hij bij de deur.
Char - lot - te heeft haar rode laarzen aan - ge - daan.
en ook haar rode re - gen - jas.
Mama hangt haar tas om haar nek.
"Ga maar gauw ." zegt ze.
"Maar wel rennen, hoor..
want anders kom je te laat !"
Char - lot - te moet naar school.
Een half dagje maar.
Van - mid - dag heeft ze vrij.
Eerst zwemles, daarna gaat ze naar opa en oma.
Char - lot - te pakt haar pa - ra - plu.
"Dag mam !" roept ze.
Daarna stapt ze naar buiten.
De regen in.
Gelukkig regent het niet zo hard,
een beetje maar.


Gelukkig is de school niet ver.
Maar heel dicht - bij.
Char - lot - te rent.
Ze houdt haar pa - ra - plu boven haar hoofd.
Eerst de weg oversteken,
en dan de stoep op.
Spat, spat, spat .. Char - lot - te rent door een plas.
Haar laarzen worden nat.
Haar voeten niet.
Daar fiets Bas voorbij.
Bas zit bij Char - lot - te in de klas.
Er zijn nog veel meer kin - der -en.
En heel veel kin - der - en hebben een korte naam.
De naam van Char - lot - te heeft heel veel let - ters.
Papa heeft weleens verteld dat het er 9 zijn !
Soms zegt Char - lot - te dat ze wel drie namen heeft.
"Ik heet Char,
Ik heet Lot
En ik het Te ."
zegt ze dan.
Char - lot - te speelt weleens met Wim.
De naam van Wim heeft maar drie letters.
Char - lot - te speelt weleens met Luca.
Luca, dat zijn vier let - ters.
En Char - lot - te speelt weleens met Fenna.
Dat zijn vijf letters.
Eerst de F
en dan de E
Twee keer een N,
dus twee keer Nee..
Als laatste de A
Ziezo, met tellen zijn we klaar.
snel, de bocht om...
Kijk, daar is het school - plein al.
Hee, kijk nou, het schoolplein is al leeg !
Char - lot - te blijft even staan.
Is ze te laat ?
Mama zei dat ze rennen moest.
En dat heeft ze toch gedaan ?
Het is niet leuk om te laat te zijn !
Gauw, rennen maar !
Char - lot - te rent zo hard ze kan.
Ze rent naar het hek.
Daar staan moeders.
De moeder van Wim.
Em de moeder van Bas.
"Ben ik te laat ?"
Char - lot - te staat stil.
Ze kijkt omhoog.
Maar, ze kan de moeder van Wim niet zien.
Ze ziet haar pa - ra - plu.
Haar rode pa - ra - plu.
De pa - ra - plu die je omhoog kunt schuiven en weer dicht kunt doen.
De pa - ra - plu die je rond kont draaien,
en omhoog kunt gooien.
"Nee hoor .." lacht de moeder van Wim.
"Alle kinderen mochten alvast naar binnen.
Maar de bel is nog niet gegaan ."
Opgelucht slaakt Char - lot - te een zucht.
Gelukkig maar.

Net als Char - lot - te de drem - pel over stapt gaat de bel.
Snel rent ze naar de kap - stok.
Eerst schuift ze het zeil van haar pa - ra - plu omlaag.
In- klap - pen, heet dat.
Bas staat ook nog bij de kap- stok.
"Ik dacht ik te laat was,
want het plein was al leeg .."
Char - lot - te hangt haar pa - ra - plu aan de kap - stok.
"Nou .." zegt Bas.
"We mochten naar binnen.
Want het regent ."
Char - lot - te knikt.
"Maar he - le - maal niet hard ."
Bas schud zijn hoofd.
"Een beetje maar .."

(2)

"Juf ."
Luca steekt zijn vinger op.
"Het regent.
Nu kunnen we niet buiten - spelen ."
"O jawel .." zegt de juf.
"Jullie hebben toch allemaal een jas aan ?
En laarzen ?"
"Ik niet ." zegt Fenna. "Ik heb schoenen ."
"Maar ik het een pa - ra - plu ." zegt Char - lot - te.
"Dan blijf je helemaal droog ."
"Goed ." zegt de juf. "We gaan allemaal naar de gang.
Als we onze jassen aan hebben gaan we naar lek - ker naar buiten.
Kom maar mee !"
Char - lot - te heeft wel zin.
Ze loopt graag onder haar pa - ra - plu.
Haar pa - ra - plu is haar beste vriend.
Kan dat ?
Is haar pa - ra - plu een jongen ?
Nee,
Een meisje dan ?
Nee, ook niet.
Char - lot - te 's pa - ra - plu is een voor - werp.
maar Char - lot - te noemt hem haar vriend.

Poeh,
wat moeten ze vandaag lang wachten.
Noah krijgt haar rits niet dicht.
En Sepp heeft verkeerde laarzen aan.
Fenna is als eerste klaar.
Zij heeft alleen haar eigen jas.

"Kom .." zegt de juf. "We lopen rond de zand - bak.
En we zingen.
Zing maar mee :

Tikke takke regen,
tik tak,
op het dak,
tikke takke regen,
op de wegen,
plens...
plens,
plas, plas, plas..
druppeltjes op mijn regenjas !

"Maar mijn regenjas blijft droog .." roept Char - lot - te..
"Want ik heb een pa - ra - plu ..
ALs je een pa - ra - plu hebt blijf je hele - maal droog !
Ook je haar !"
"Mijn haar wordt ook niet nat !" roept Wim.
"Want ik heb een muts !"

"Goed ." zegt de juf. "We gaan hup - pe - len !
Hup - pel - len en zingen.
We zingen het liedje nog een keer.
Kom,
daar gaan we daan !"

Wat is het nu vrolijk op het plein.
De kinderen zingen.
En de kinderen hup - pe - len.

"Ik weet nog een liedje !" zegt Bas,
als ze even stil staan.
Even moeten ze uitrusten.
Heel even maar.
"Het regent,
het regent,
de pannetjes worden nat ."

"Nee .." zegt Fenna.
"Ik ken een leuker liedje !
Het liedje van spring - touwen.
Het regent op de brug .."

De juf knikt.
"Dan kun we rondjes draaien,
en heen en weer wiebelen.
Doen jullie mee ?"

Vrolijk zingen de kin - der - en.
"Het regent op de brug en ik word niet nat !
Ik ben nog wat vergeten,
maar ik weet niet wat.
Kom m 'n zusje dans met mij..
beide handjes in je zij .."

En hup.. daar waait de pa - ra - plu van Char - lot - te over het plein.
Je handen in je zij,
en de pa - ra - plu beet houden.
Dat gaat niet.
Char - lot - te rent haar pa - ra - plu achterna.
De andere kinderen zingen.
En ze draaien in het rond.
Drie keer,
want dat staat in het liedje
"Heen en weer .."
"Heen en weer, driemaal in de ronte en ik dans niet meer !"

De rode pa - ra - plu waait door de zandbak,
maar daar kan de juf de pa - ra - plu pakken.
"Pas maar op ."
zegt ze.
"Straks gaat je pa - ra - plu kapot !"
"Nee hoor .." zegt Char - lot - te vlug.
"Want ik hou hem nu weer heel stevig beet !"

(3)

Brrr..
wat is het slecht weer als de school uit gaat.
Het regent heel hard.
En het waait nog veel harder.
Nu kan Char - lot - te niet rennen.
Ze moet haar pa - ra - plu heel stevig beet houden.
Gelukkig is ze snel thuis.
Bas moet een stuk fietsen.
Zie maar, daar gaat hij !
Fenna heeft geluk.
Zij gaat met de bus naar school,
en weer naar huis.
Soms is dat niet leuk.
Maar nu wel.
Want Fenna regent niet nat,
en ze heeft geen last van de wind.
Ik ook niet, denkt Char - lot - te.
Want mijn pa - ra - plu houd mij he - le - maal droog.
Mijn pa - ra - plu is de beste !
De best pa - ra - plu van de hele wereld !
O, zo !

Thuis heeft mama de tafel al gedekt.
Ben - ja - min zit al in zijn stoel.
Ben - ja - min is ook een lange naam.
Ben - ja - min heeft 8 letters.
Char - lot - te wel 9 !
Vandaag hebben ze weer woorden geoefend.
En ook cijfers.
"Op het plein was het fijn ." verteld Char - lot - te als ze een bo - ter - ham eet.
"We hebben gezongen,
en gedanst..
Maar, mijn pa - ra - plu waaide weg.
Gelukkig ging hij niet stuk !"
"Gelukkig maar .." zegt mama.
Ze geeft brood aan Ben - ja - min.
En snijdt le - ver - worst.
Mmm, lekker !
Char - lot - te mag wel vier schijfjes op haar brood.
Gauw neemt ze een grote hap.
O,
wat smaakt dat lekker !

(4)

Na het eten is het droog.
Mooi zo, want mama en Char - lot - te gaan op de fiets naar het zwembad.
Char - lot - te heeft een mooie fiets.
Een rode fiets.
Met een zwart zadel.
En zwarte trappers.
En een grote bel !
Char - lot - te pakt haar rode pa - ra - plu.
Ze heeft haar rode regen - jas ook weer aan.
Vandaag is alles rood.
Char - lot - te doet haar pa - ra - plu onder haar snel - bin - ders.
Ben - ja - min mag bij mama achterop.
Daar gaan ze.
Wat zijn er veel plassen op de straat.
Kleine plassen.
En hele grote plassen.
"Nu fietsen we door de zee .." zegt Char - lot - te als ze door heen hele grote plas gaat.
"En die plas..
die is netzo groot als het zwem - bad !"
Ben - ja - min wijst naar de takken en op de straat.
Hij zou best een tak willen.
Maar, dat kan niet.
Als je op de fietst zit,kun je geen takken pakken.
Dat is heel erg gevaarlijk !
Stel je voor dat je valt !
Nou, dat is niet leuk !
"Herfst, herfst...
wat heb je te koop .."
zingt mama.
"Duizend kilo bladeren op een hoop .."
Char - lot - te lacht.
"Het is geen herfst, hoor..
het is lente !
De bladeren zijn groen ."
Ja, de bladeren zijn groen.
En het gras is groen.
En pas op !
Ben - ja - min verliest bijna zijn schoen.



Gauw knijpt mama in haar rem.
Ze was vergeten om een strik te maken in Ben - ja - mins veters.
Oh, wat dom !
Nu was er bijna iets ergs gebeurd.
Want, stel je voor..
De schoen van Ben - ja - min had wel in een plas kunnen vallen.
Spat, spat..
Dan is je schoen nat.
En je voet niet meer droog..
Help, nu waait er bijna een blaadje in Char - lot - te 's oog !


(5)

Char - lot - te gaat graag naar zwem - les.
Eerst vond ze het erg moei - lijk.
maar vorige week mocht ze al in het diepe bad zwem - men.
Vandaag mag dat vast weer !

Eerst zwemmen ze in het on - diepe bad.
Maar dan,
mogen ze eindelijk het grote bad in.
Mama en Ben - ja - nin zijn op de tri - bu - ne.
Ze kijken naar Char - lot - te.
Mama is altijd blij als de zwem - les af - ge - lopen is...
Ze vind het op de tri - bune erg warm.

Char - lot -te heeft het niet warm.
Rillend komt ze de kleedkamer in.
Gelukkig is mama er al.
Mama heeft een hand - doek.
Gauw stopt ze Char - lot - te er in.
Mama wrijft Char - lot - te droog.
"Ging het goed, mam ?" vraagt Char - lot - te als ze haar rokje aan doet.
"Heel goed ." antwoord mama.
En ze knikt heel hard.

"Ik hoop dat het droog is ."
Char - lot - te trekt haar jas en haar laarzen aan.
"Want moeders kunnen hun pa - ra - plu beet houden,
maar ik niet ."
"Dat leer je van zelf
Als je groot bent kun jij dat ook !
Maar je moet het niet pro - beren, hoor !"
Char - lot - te schud maar haar hoofd.
"Mag ik een muts ?" vraagt ze.
"Een muts ?"
Mama snapt niet wat ze bedoeld.
"Ja.. een muts.
Bas heeft ook een muts.
Ik wil ook een muts ..
Een muts aan mijn regenjas.
Kan oma dat maken ?"
"Je bedoelt een ca - pu - chon .."
Nee, muts.. denkt Char - lot - te.
Ca - pu - chon, wat is dat een moeilijk woord !
Mama schud haar hoofd.
"Nee ." zegt ze.
"Dat kan oma niet maken.
Dan moeten we echt een nieuwe regen - jas kopen !
Maar ik denk dat het droog is.
Zullen we gauw gaan kijken ?"
Dat wil Char - lot - te wel.
Eerst had ze het koud,
maar nu heeft ze het warm.
Heel erg warm !

(6)

Bij oma krijgt Char - lot - te een glas li - mo - na - de.
Gauw drinkt Char - lot - te alles op.
Dan zegt oma : "Char - lot - te, ga je mee ?"
"Waarheen, oma ?"
Char - lot - te gaat al staan.
"Naar de tuin !
Wij gaan samen een stukje varen ."
"Varen ?
Echt, oma ?"
Char - lot - te is bang dat oma een grapje maakt.
"Jij gaat toch naar zwem - les ?
En ik hoor net van mama dat je al goed kunt zwem - men.
En : iedereen die kan zwem -men, mag met de boot mee !"
"Jippie !"
Blij springt Char - lot - te de lucht in.
Meteen gaat ze naar de gang.
Ze trekt haar laarzen aan,
en haar jas.
En ze pakt haar pa - ra - plu.
Die moet ook mee !
"Ik denk niet dat het gaat regenen, schat .."
lacht oma.
"Mijn pa - ra - plu moet mee !"
Char - lot - te pakt haar pa - ra - plu stevig beet.
"Nou, voouit.
Kom maar gauw ."
Char - lot - te huppelt met oma mee.
"Varen, varen
over de baren
Varen, varen
over de zee .."

zingt ze.
"Niet over de zee, maar door de sloot !"
Char - lot - te haalt haar schouders op.
Ze stapt de boot in.
Ze bedenkt een gedichtje..
"Oma .." zegt ze.
"Ik heb een rijmpje bedacht !
Wilt u het horen ?"
Oma knikt.
"Heel graag ."
zegt ze.
"De boot
van oma Rood,
vaart door de sloot !"

Oma lacht..
"Goedzo ! Dat heb je goed bedacht, zeg !
Die zal ik onthouden.
Ik zal het op schrijven.
Zeg 't nog eens .."
En dat doet Char - lot - te.

(7)

Oma en Char - lot - te varen door de sloot.
De zon schijnt.
"He .." zucht oma.
"De zon schijnt zo fel !
Ik kan niets zien,
en ik krijg er hoofdpijn van !"
Nou, dat is vervelend zeg !
Char - lot - te denkt er eens over na.
Ineens weet ze wat.
Ze ziet haar rode pa - ra - plu.
"Ik hou mijn pa - ra - plu boven u hoofd ." zegt ze.
"Dat helpt vast ."
Meteen klapt ze de pa - ra - plu uit.
Ze houdt 'm boven het hoofd van oma.
"Helpt het al ?" vraagt ze vlug.
Oma knikt.
"Ja,
die pa - ra - plu van jou is ook overal handig voor, zeg !
Ik ben blij dat je 'm hebt mee genomen ."
Char - lot - te glimt van trots.
"En ik weet een liedje ."
zegt oma dan.
"Een heel korte liedje ."
En dan zingt oma.
"Pa - ra - pluutje , pa - ra - sol - le - tje..
eentje voor de regen
en de ander voor de zon,
pardon !"

Char - lot - te lacht.
Nou, dat is een grappig liedje, zeg !

(8)

"Vandaag was alles rood, oma .."
zegt Char - lot - te als ze weer binnen zijn.
"Mijn jas, en mijn laarzen...
Mijn pa - ra - plu en de li - mo - nade ."
"En .." zegt oma. "We gaan ook nog iets roods eten ."
"Wat dan ?"
Nieuwsgierig kijkt Char - lot - te oma aan.
"Raad maar eens .."
Char - lot - te denkt goed na.
"To - ma - ten ." bedenkt ze als eerste. "To - ma - ten soep ."
Nee, mis !
Oma schud haar hoofd.
Char - lot - te denkt nog beter na.
"Rode bietjes ."
Weer mis.
Wat dan ?
appels ?
aardbeien ?
"Rode kool ." verklapt oma.
Ze houd een pot omhoog.
Char - lot - te kijkt eens goed.
"Maar dat is geen rood .." zegt ze. "Dat is paars ."
Dan komt opa binnen.
"Wat eten we ?" vraagt hij nieuwsgierig.
Char - lot - te geeft het antwoord. "Rode - paarse - kool ."
"Ha !" grijnst opa opgewekt. "Lekker !
Ik heb reuze trek,
maar eerst lust ik een kom koffie !"
Opa komt ook aan tafel.
"Opa .."
Char - lot - te kijkt omhoog.
Ze is aan het kleuren.
"Ik heb zwem - les gehad !
En ik mocht met oma mee in de boot !
Ben - ja - min niet,
want Ben - ja - min kan nog niet zwem - men.
Maar ik wel !"
Opa knikt en zegt. "Zo is het maar net !
Als je niet kunt zwem - men kun je niet in de boot,
want dat is heel ge - vaar - lijk !"

(9)

Opa en oma hebben ook een hondje.
Rakker !
En,
na het eten mag Char - lot - te met oma mee.
Samen gaan ze Rakker uit - laten.
De zon schijnt niet meer.
Het regent een beetje.
Rakker moet een riem aan zijn hals - band.
Char - lot - te mag kiezen.
Kiest ze de blauwe riem ?
Of de bruine ?
Of,
nee,
ze weet het al.
Ze kiest de rode.
De riem van Rakker is ook rood.
Vandaag is alles rood.
"Neemt u een pa - ra - plu mee, oma ?"
"Nee .." oma schud haar hoofd.
"Het waait hard !
En als ik Rakker beet hou,
dan kan ik mijn pa - ra - plu niet goed vast houden.
Maar, neem jij je pa - ra - plu maar wel mee.
Want anders word je haar nat !
Precies,
denkt Char - lot - te.
En dat wil ik niet !

Daar lopen ze dan.
Oma en Char - lot - te.
Char - lot - te met haar pa - ra - plu.
En oma met haar hond.
Waf !
Waf !
blaft Rakker blij.
Hij vind het fijn in de regen.
EN Rakker vind het helemaal niet erg dat zijn haar nat word.
Het regent.
Eerst zacht,
maar steeds harder.
En het gaat ook al waaien.
De wind waait tegen het rode zeil.
En trekt er aan.
De wind rukt.
Heel hard !
De wind rukt aan de bladeren van de bomen...
De wind rukt aan Char - lot - te 's pa - ra - plu
Char - lot - te houdt haar pa - ra - plu stevig vast.
Maar wat gebeurd er nu ?

(10)

De pa - ra - plu waait weg !
O, wat erg !
De pa - ra - plu vliegt door de lucht.
Char - lot - te rent.
O, kon ze de pa - ra - plu maar pakken.
Maar,
dat lukt niet..
De pa - ra - plu waait nog hoger.
En hoger.
O, wat erg !

Rakker blaft naar de pa - ra - plu.
Daar waait de pa - ra - plu in een boom.
Kijk nou !
Char - lot - te schrikt.
Nu is haar pa - ra - plu weg.
Haar eigen rode pa - ra - plu.
Haar beste vriend !
Char - lot - te vraagt :
"Oma, kunt u 'm pakken ?"
Maar oma schud haar hoofd.
"Nee .." zegt ze.
"Dat is veelte hoog !"
"En opa ?
Kan opa op zijn ladder klimmen ?"
"Dat hoeft niet, Char - lot - te.
Want je pa - ra - plu is stuk.
Kijk, maar..
zie je dat ?"
Char - lot - te kijkt.
Ze kijkt heel goed.
Is haar pa - ra - plu nu echt stuk ?
Heeft ze dan geen pa - ra - plu meer ?
Maar,
dat kan toch niet ?
Dan kan ze 'm niet meer uit - klappen,
en weer dicht doen ?
Er niet meer mee gooien, en weer opvangen..
En haar haren.
O, wat erg !
Dan worden haar haren nat.
Ze voelt het al.
De regen drupt tussen haar haren.
En over haar gezicht.
Wat nu ?

(11)

Char - lot - te verteld aan mama wat er is gebeurd.
Opa gaat de pa - ra - plu halen.
Met zijn ladder.
Nu moet pa - ra - plu in de prul - len - bak.
O, wat naar !
Char - lot - te huilt een beetje.
"Dag , pa - ra - plu ." zegt ze zacht.
"Je was mijn beste vriend !
En de beste pa - ra - plu van de hele wereld !"
"Morgen krijg je een nieuwe ." beloofd mama.
"Dan gaan we samen naar de stad.
Mét Ben - ja - min !"
Mama doet de prul - len bak dicht.
"Kom .."
Oma doet de koelkast open.
"Je krijgt nog een beker limonade ."
"Melk, Melk..
Li - mo - na - de,
druk op de knop en :
cho - co - la - de !

Alsjeblieft .."
Opa geeft Char - lot - te een grote reep.
Mmm..
Dat is lekker !
Char - lot - te houdt van cho - co - la.
Zelfs nu wordt ze er erg blij van.
Ben - ja - min krijgt ook een beetje cho -co - la.
Ze smullen !
Gelukkig maar dat oma een vaat - doek heeft,
want ..
o, wat zijn hun monden vies !
Mama heeft ook cho - co - la gegeten,
maar mama 's mond is nog helemaal schoon.
Hoe kan dat nou ?
Mama eet chocola heel gauw.
Ze stopt het in haar mond,
en hap..
slik, weg..
Wat een pech !
Dan is ook meteen alles op.
Ho, kijk , stop !
Opa geeft mama weer,(iets)
Geen cho - co - la - de , maar een peer.


(12)

Mama en Char - lot - te zijn in de winkel..
Ze staan bij een rek.
Een rek vol met pa - ra - plu 's.
Een he - le - boel !
Sommige pa - ra - plu 's zijn heel groot,
die zijn voor grote mensen.
Andere pa - ra - plu 's zijn juist klein.
Char - lot - te kijkt goed.
Kiest ze een blauwe pa - ra - plu,
of een groene ?
Of een pa - ra - plu met heel veel kleurtjes ?
Mama draait het rek in het rond.
"Ja ! Stop !" roept Char - lot - te hard.
Ze ziet een rode pa - ra - plu.
"Die wil ik .."
Char - lot - te pakt de pa - ra - plu.
"Mijn jas is rood,
en mijn laarzen zijn rood,
en mijn pa - ra - plu is rood !
Deze vind ik het mooist .."
Mama koopt de pa - ra - plu.
Trots loopt Char - lot - te met haar pa - ra - plu over straat.
Haar oude pa - ra - plu ging stuk.
Maar nu heeft ze een nieuwe.
Zou 'ie net zo fijn zijn ?
Het is een pa - ra - plu die je kunt uit - schuiven,
en weer dicht kunt klappen.
Het is ook een pa - ra - plu die je rond kunt draaien,
en in de lucht kunt gooien.
Drup, drup...
Het gaat regenen.
Char - lot - te maakt het druk knoopje los.
En schuift het rode zeil omhoog.
Blijf ze droog ?
Ja,
het is ook een pa - ra - plu die je haren droog houdt, als het regent.
Hoera,
Char - lot - te heeft een nieuwe beste vriend.
Een rode.
Een rode regen - pa - ra - plu.
Daar gaat mama,
Daar gaat Char - lot - te..
Maar pas, op Char - lot - te,
kijk goed uit..
Hou je pa - ra - plu goed vast !
Want kijk,
het gaat weer waaien !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten